Mangawhai

Eergisteren, zondag 8 maart, zijn we na een lange rit in Mangawhai aangekomen. We zijn langs de noordkant van het schiereiland Coromandel Peninsula gereden, daarna via de westkust naar beneden en dan weer naar het noorden via Auckland naar Mangawhai. We zijn bij Auckland gelijk weer aan het filerijden gewend, lekker druk daar dus. Onderweg hebben we een rondleiding gehad bij een oude goudmijn, waar we een goede uitleg over de goudwinning gekregen hebben. Er zijn daar veel vrijwilligers bezig om alle apparatuur die vroeger gebruikt werd, weer aan het werken te krijgen. Een van de apparaten is een soort stamper om het gesteente fijn te malen, waarna een mengsel overblijft, waarin onder andere goud en zilver zitten. Het apparaat maakt een enorm kabaal, zodat de gehoorbeschermers geen overbodige luxe waren. Je moet je voorstellen dat daar vroeger 65 van die stampers dag en nacht standen te stampen. We zijn ook nog even een stukje door de mijngangen gelopen, het krap en laag.

Gisteren hebben we niet zo veel gedaan, behalve langs het stand lopen, lekker niets doen en een boek lezen.

Vandaag zijn we naar Paihia gereden, onderweg zijn we door het Waipoua Forest gereden. In dit bos staan Kauri-bomen die behoren tot de grootste bomen ter wereld. Het warme klimaat van Northland zorgt ervoor dat deze bomen hier prima kunnen groeien. In het Waipoua Forest vind je dan ook de mooiste exemplaren van heel Nieuw-Zeeland. Zowel Maori als Europeanen zijn hier druk bezig zijn geweest met het kappen van deze prachtige bomen ten behoeve van scheepsbouw. De uitgestrekte oeroude bossen zijn dan ook verdwenen, maar er is gelukkig nog een aantal indrukwekkende kauri's bewaard gebleven. De een na grootste staat op een van de foto’s.

Morgen gaan we van Paihia een boottocht langs de eilanden van de “Bay of Islands” maken.